Een interview door Jos Vaandrager met Newtones gitarist Nils Mekel.
intervieuw
Jos:

Wanneer raakte je verzeild in de Newtones?
Nils:

Nou, de band heette toen nog Waste of Time, ik denk ergens

begin 1980. Ik kwam Jan (van Velzen) tegen in de Quibus,

tegenwoordig Podiumcafé de Graauwe Hengst, en we raakten

aan de praat. Ik kende hem via een gemeenschappelijke

vriend, Frank Bergman, van school.

Hoe het precies ging, weet ik niet meer, maar voor ik het wist

zat ik auditie te doen op de piano van de Quibus voor een

baantje als toetsenist bij Waste of Time...
Jos:

Toetsenist?
Nils:

Ik speelde piano, thuis. Gewoon rammen
op de toetsen, maar

een beetje techniek had ik ook wel. En Jan zocht een

toetsenist. Ik denk zoiets als de Doors, of de Stranglers. Om

meer mogelijkheden te hebben met Waste of Time. Of voller

te klinken. Zoiets. Denk ik.
Jos:

Maar je speelt nu als enige gitaar in de band..
Nils:

Nou, daar is een aardig lang proces aan voorafgegaan. In

eerste instantie, nou ja tot zo'n tien jaar geleden, hadden de

Newtones een leadgitarist, Rien Schaap. Rien is een

verschrikkelijk goede gitarist, maar hij is meer: hij weet

precies hoe je een gitarist bènt. Hoe je een gitarist spéélt.

Ik heb hem meegemaakt half jaren zeventig, toen hij begon.

Toen kon hij zo goed als niks. maar liet dingen horen en zien

op een gitaar, waar je mond van openviel. Ik ga Rien helemaal

nergens de schuld van geven, maar op toetsen werd ik

volledig door hem weggedrukt. Overschaduwd. Ik ben toen op

gitaar de strijd aangegaan. Ergens half-jaren-tachtig. Dat

verloor ik natuurlijk óók wel, maar ik heb een paar kwaliteiten

die Rien misschien bij andere bands van hem wel had, maar

niet indertijd bij de Newtones: stiltes laten vallen, heel erg

accoord-vast, vàste solo'tjes en rifjes. We konden elkaar dus

mooi aanvullen. Dat speelde voor mij lekkerder dan op die

koude toetsen tegen die gedroomde gitaar aandouwen.
Jos:

En wie heeft gewonnen?
Nils:

Nou gewonnen, gewonnen.. Het is geen oorlog ofzo. Rien is

een verschrikkelijk lieve jongen, dus zo werkt dat niet. (lacht)

Maar ja, ìk zit nog in de Newtones, dus wat moet ik zeggen..
Jos:

En toen verder:
Nils:

Toen Rien net uit de Newtones was gestapt, had ik een

enorm probleem: ik had mijn vaste gitaarpartijtjes in de

liedjes, maar die waren ook voor een groot deel om Rien zijn

solowerk in heel het nummer te ondersteunen. Ik heb in het

begin heel erg lopen zoeken: moet ik mijn partijen blijven

spelen, of die solo's overnemen, waar ik dan weer de techniek

niet voor had?
Jos:

En hoe heb je dat opgelost?
Nils:

Door heel veel weg te laten! Bij de Newtones hoor je nu

regelmatig alleen bas en drums. Of alleen bas en drums en

zang. Ik speel gitaar als het nodig is: om het volume op te

peppen, en dan heb ik natuurlijk heel veel mazzel dat Jan en

Hans ook graag en veel aanpassen in volume en dat Jan

eigenlijk niet alleen bas op z'n bas speelt, maar ook een soort

van overstuurd gitaar. Ik speel soms riffjes, ik strum

powerchords en probeer zoveel mogelijk te bewaren voor de

èchte solo. Of het ècht scheurwerk.
Jos:

En dan nog zingen erbij?
Nils:

Bij niet meer dan zo'n kwart van de liedjes (lacht) Jan heeft

zoveel nummers geschreven, er zijn zoveel liedjes die we

vaak spelen die ik níet zing... maar ik ga inderdaad liever los

op gitaar bij liedjes die Jan zingt. Dat ik meer ruimte heb. Als

ik zelf zing zit ik vaak halverwege een liedje 'oh ja, de

gitaarpartij'. Ik probeer steeds meer te componeren op die

beperking, maar liedjes laten zich niet vaak naar de techniek

dwingen. Liedjes willen rocken! Mìjn Liedjes willen rocken!
Jos:

Okay, wil je nog meer kwijt?
Nils:

Nou, als je nu genoeg hebt voor het schrijven van een

Newtones-geschiedenis, dan vind ik dat knap.
Jos:

Hm... Ik heb voorlopig wel genoeg voor één Newtones

geschiedenis. Dank je wel!
Nils:

Okay, graag gedaan.